Straf Tibetaanse milieuactivist A-Nya Sengdra verlengd ondanks internationale druk
Verlenging straf zonder duidelijke gronden
De Chinese autoriteiten hebben de gevangenisstraf van A-Nya Sengdra, een gerespecteerde Tibetaanse gemeenschapsleider en milieuactivist uit de Golok-regio in Oost-Tibet, verlengd tot februari 2026. De 48-jarige activist zou aanvankelijk op 4 september 2025 vrijkomen na een gevangenisstraf van zeven jaar, maar kreeg te maken met nieuwe aanklachten tijdens zijn detentie.
Sengdra werd in september 2018 gearresteerd door het Openbaar Veiligheidsbureau van Gade County in de provincie Qinghai. De autoriteiten beschuldigden hem van “het bijeenbrengen van mensen om de openbare orde te verstoren” en “ruzie zoeken en problemen uitlokken” - standaardaanklachten die Chinese autoriteiten gebruiken tegen Tibetaanse activisten.
Campagnes tegen corruptie en milieucriminaliteit
Vóór zijn arrestatie was A-Nya Sengdra actief als anti-corruptie- en milieuactivist. In 2014 richtte hij samen met andere Tibetaanse nomaden de vrijwilligersorganisatie “Mangdon Ling” (Forum voor Publieke Zaken) op. De organisatie richtte zich op het bestrijden van machtsmisbruik door lokale autoriteiten, met name het verduisteren van publieke gelden bestemd voor hervestigde nomaden.
Sengdra mobiliseerde succesvol Tibetaanse nomaden voor campagnes tegen illegale mijnbouwactiviteiten en de jacht op bedreigde diersoorten. Zijn werk richtte zich op het beschermen van het kwetsbare ecosysteem van het Tibetaanse plateau tegen exploitatie door Chinese bedrijven die opereren met stilzwijgende goedkeuring van lokale functionarissen.
Internationale veroordeling blijft zonder effect
In 2020 riepen negen VN-mensenrechtenexperts, waaronder de VN-werkgroep inzake willekeurige detentie, Beijing op om alle aanklachten tegen Sengdra te laten vallen. De experts waarschuwden dat zijn gevangenschap neerkwam op “criminalisering van het legitieme werk van een lid van een minderheidsgroep” en uitten ernstige bezorgdheid over berichten van verslechtering van zijn fysieke en mentale gezondheid.
Ondanks deze internationale druk hebben Chinese rechtbanken drie formele verzoeken voor een nieuw proces afgewezen. Sengdra’s advocaat, Lin Qilei, kreeg te horen niet meer naar de rechtbank te komen voor deze zaak - een duidelijk signaal dat de autoriteiten geen ruimte laten voor juridische contestatie.
Isolatie en gezondheidsproblemen
Sengdra heeft het grootste deel van zijn detentie in bijna volledige isolatie doorgebracht. Familiebezoeken zijn extreem beperkt geweest. Pas in augustus 2025 mochten familieleden hem voor het eerst dit jaar bezoeken - het vorige bezoek vond plaats in 2024, de eerste keer in zes jaar. Deze ontmoetingen duurden slechts enkele minuten.
Familieleden rapporteren een zorgwekkende achteruitgang van zijn gezondheid. Tijdens de zeldzame bezoeken beschrijven ze hem als verzwakt en kwetsbaar, wat wijst op de zware tol die jaren van isolatie en slechte detentieomstandigheden hebben geëist.
Bredere context van onderdrukking
De zaak van A-Nya Sengdra past in een breder patroon van Chinese onderdrukking van Tibetaanse gemeenschapsleiders en milieuactivisten. Zijn advocaat argumenteerde dat de zaak deel uitmaakt van een campagne waarbij Tibetaanse leiders worden gebrandmerkt als “onderwereldkrachten” om dissidentie te onderdrukken.
In september 2025 ondertekenden 147 mensenrechtenorganisaties wereldwijd een verklaring waarin ze China’s vervolging van milieu- en culturele verdedigers in Tibet veroordelen. Demonstraties voor Sengdra’s vrijlating vonden plaats in New York, Brussel, Londen, Amsterdam, Oslo en Parijs. Voor zijn moedig werk ontving hij in 2022 de Tenzin Delek Rinpoche Medal of Courage.
De verlenging van Sengdra’s straf, ondanks internationale druk en het gebrek aan transparantie over de nieuwe aanklachten, illustreert de willekeurige aard van het Chinese rechtssysteem wanneer het gaat om Tibetaanse activisten die opkomen voor hun gemeenschap en het milieu.